Fietsen door de Scheldevallei

De Bergeend fietsroute start in Gent, de meest veelzijdige en fietsvriendelijke stad van Vlaanderen. Hier vind je een mix van cultuur, geschiedenis en heel veel ambiance. Het Gravensteen, de Gras- en Korenlei, de vele musea, het sport- en recreatiecentrum Blaarmeersen: je kunt er dagen spenderen. Maar eerst moet er langs de Schelde worden gefietst! Op een mum van tijd rijd je van het stadscentrum naar de prachtige Gentbrugse Meersen, waar vroeger de Schelde meanderde. Je passeert het kastelendorp Destelbergen en het beroemde Kasteel van Laarne, een van de best bewaarde versterkte burchten van Vlaanderen. 

Nog een interessante gemeente op deze route: Wetteren. De Sint-Gertrudiskerk in het centrum is volgens sommigen de verstopplaats voor de Rechtvaardige Rechters, het gestolen paneel van het Lam Gods. Waar of niet, er zijn in elk geval heel wat gezellige restaurants en cafeetjes in de buurt. Een ideale plek om op adem te komen. Want je moet nog een eindje op de pedalen, langs prachtige Scheldenatuur, voor je je in het Gentse stadsgewoel kunt gooien!

Van de gezellige drukte van het Donkmeer tot de weidse rust van de Scheldenatuur: hoeveel variatie kun je hebben op één fietsdag? Op je tocht maak je twee keer gebruik van een veerpont: het Appelsveer in Berlare, met zijn middeleeuwse roots het oudste van het land, en het bekende Schellebelleveer. Je passeert natuurgebieden als Berlare Broek, de Gratiebossen en natuurlijk de Kalkense Meersen, dat zich uitstrekt over maar liefst 950 hectare! 

Bijna op het einde van je tocht: Wetteren, het kloppend hart van de Oost-Vlaamse sierteelt. Een verborgen parel, met provinciaal domein Den Blakken en vlak daarnaast het natuurreservaat De Warandeduinen, waar je zomaar met je blote voeten in het zand van de rivierduinen slentert. Uitpuffen kan je daarna aan een van de vele terrasjes van je vertrekpunt: het Donkmeer.

Voor wie écht geen genoeg krijgt van de veerdiensten in Scheldeland, is er de Palingroute. Je maakt maar liefst 4 keer gebruik van een veer en je doorkruist enkele geweldige natuurgebieden op de oevers van de Schelde en de Durme. Zoals het stiltegebied in Weert en de Bunt in Hamme. En natuurlijk passeer je op deze route een aantal palingrestaurants waar je de voeten onder tafel kunt schuiven. In Mariekerke bijvoorbeeld, waar de palinghandels Schilders en Borremans al generaties lang in dezelfde familie zijn gebleven. 

Wat krijg je nog op het menu? Het magnifieke Kasteel de Marnix de Sainte-Aldegonde en het Emile Verhaeren Museum in Sint-Amands. Je fietst helemaal tot in Baasrode, met de oudst bewaarde scheepswerf van het land, en ten slotte arriveer je aan de grootse Scheldebocht in Temse, met de indrukwekkende oude werfkraan als stille getuige van het industriële verleden.

Het heet niet voor niets de Scheldekastelenroute: op je weg bezoek je het kasteel de Marnix de Sainte-Aldegonde, maar ook het kasteel van Hingene, met vlakbij het erg fraaie paviljoen De Notelaer, allebei eeuwenlang in bezit van de graven d’Ursel. En Fort Liezele is dan misschien geen echt kasteel, maar het is wel het best bewaarde pantserfort uit de verdedigingsgordel rond Antwerpen.

Je startpunt is al meteen een hoogtepunt: de Abdij van Bornem laat niemand onberoerd. In het ommuurde abdijpark kan je in alle rust en stilte picknicken, rondwandelen en genieten van de natuur. Daarna volgt Buitenland, een gehucht van Bornem dat wel degelijk binnen onze landsgrenzen ligt. Maar je waant er je in de Efteling! De huizen lijken peperkoekenhuisjes, met torens nog schever dan die van Pisa. En het kan niet op, want je passeert niet alleen het dorpsplein van Opdorp, de grootste Dries van Vlaanderen, maar ook Sint-Amands, met de mooiste Scheldebocht van Vlaanderen. Ook stiltegebied Weert is van de partij. Je hoort er hooguit het gescharrel van een roerdomp of blauwborst, of het geklots van de Schelde. Een unicum in het dichtbebouwde Vlaanderen.

De Baksteen Fietsroute neemt je mee op een tocht van 39 kilometer (of meer) langs de Rupel en de kleine dorpjes errond. Hier groeide en bloeide ooit een succesvolle baksteenindustrie die over de hele wereld bekend was. Vandaag zijn de kleiputten en ovens vruchtbare grond voor tal van musea en bezienswaardigheden. Zoals Brik Boom en ’t Geleeg, allebei gevestigd in goed bewaarde steenbakkerijen.

Je start aan provinciaal domein De Schorre in Boom. Ook als hier geen duizenden bezoekers uit hun bol gaan op Tomorrowland, valt er heel wat te beleven, zeker met kinderen. In Hemiksem houd je halt aan de statige Sint-Bernardusabdij, ooit een van de rijkste van West-Europa. Vandaag zijn er geen monniken meer in de abdij maar wel twee musea: het heemmuseum Heymissen en het Gilliot &Roelants Tegelmuseum met zijn wereldbefaamde keramiekcollectie. Daarna volgt natuurgebied Walenhoek, een gevarieerd landschap met vijvers en rietkragen, honderden watervogels en zelfs grazende gallowayrunderen. Beklim zeker ook de water- en uitkijktoren van Rumst! 

Heb je daarna nog energie over, dan kan je jezelf trakteren op een extra lus. Je neemt het veer naar Klein-Willebroek, een schippersgehucht uit de 16de eeuw en een beschermd dorpsgezicht. Ook het natuurgebied Blaasveldbroek zal je verbazen. En dan heb je wel een opkikkertje verdiend. De Musette, het café vlak bij De Schorre, staat bekend als het gezelligste wielercafé van de Rupelstreek.