Het Neigembos

Het Neigembos lijkt wel ouder dan Scheldeland zelf! Dit woud was dan ook een oorspronkelijk deel van het Oude Kolenwoud, een oerbos dat zich in de Romeinse tijd uitstrekte van Picardië tot aan de oevers van de Rijn de Moezel en de Noordzee. 

Om maar te zeggen: dát was een imposant bos. Zo indrukwekkend dat Julius Caesar zélf de naam Oude Kolenwoud heeft verzonnen. Ook het Zoniënwoud in Brussel behoorde trouwens toe aan hetzelfde woud. Vandaag zijn er nog enkele bossen van bewaard gebleven en kan het grote publiek hier de rijke natuur komen ontdekken.
 

2000 jaar oud (en nog in zo’n mooie staat!)

Wat er zo speciaal is aan het Neigembos – behalve dat het al 2.000 jaar oud is? Dat zijn ongetwijfeld de magische boshyacinten die er elk voorjaar hun knopjes openen. Maar ook de hoogteverschillen maken het woud uniek. Zo ligt het hoogste punt wel 90 meter boven de zeespiegel! De eeuwenoude eiken en beuken bieden je de nodige verkoeling, terwijl de pittoreske holle wegen het gedroomde decor zijn voor je wandeling. 

Op je tocht maak je een leuke trip via trapjes en klimmetjes, dalen en knuppelwegjes – om dan plots uit te komen bij de kapel van Bevingen. Een lieflijk kapelletje achter een indrukwekkende rode beuk. Ooit was dit bouwsel een volwaardige parochiekerk. Het werd gebouwd in de 12de eeuw!
 

De lente: hét moment voor je bezoek

Als de hyacinten tot volle bloei komen, toveren ze de bosbodem om tot een fijngeweven tapijt van paarsblauwe bloemetjes. Ze zijn zo talrijk dat de grond enkel uit hemelse kleuren bestaat. Ze verspreiden een zalige lentegeur en betoveren elke bezoeker in een oogwenk. In de lente naar het Neigembos komen, is dan ook een briljant idee. 

Die wilde hyacinten zijn een mooie aanvulling op de al gevarieerde natuur in het woud. Zo bloeien hier ook duizenden bosanemonen, meiklokjes en gele dovenetels. Boven je torenen beuken en zwarte elzen uit. Terwijl bittere veldkers, dotterbloem en reuzenpaardenstaart welig tieren hier. 
 

Beestenboel in ‘t bos

Hou zeker ook het dierenrijk in de gaten – ook dat is hier sterk vertegenwoordigd. Niet alleen in de lucht, met buizerds, spechten, boomklevers en glanskoppen. Oh, en vergeet de gewone grootoorvleermuis niet, die hier z’n plek opeist na valavond.

Op de grond kan je dan weer reeën spotten, hazelwormen opsporen, dagvlinders bewonderen en citroenvlinders bekijken. Bruine kikkers en padden hoppen dan weer van poeltje naar poeltje. Een prachtig schouwspel van de natuur.
 

Goed om weten bij je trip naar het Neigembos

Sta je op het punt om het bos te ontdekken? Dan zijn dit enkele nuttige tips voor je trip naar het Neigembos.

• De natuur gaat hier zijn vrije gang. Er zijn tal van eeuwenoude bomen aanwezig in het woud. Blijf dus zeker op de uitgestippelde paden. Dood hout en afgestorven takken kunnen immers op elk moment naar beneden vallen.
• Er zijn verschillende uitgestippelde wandelingen doorheen het bos. Kies je voor de Neigembos wandelroute – of verken je liever verder het wandelnetwerk Bronbossen, waar deze route onderdeel van uitmaakt? Wat je ook kiest, genieten is de boodschap.
• In het voorjaar is het bos op z’n mooist. Dan vormen duizenden wilde boshyacinten gooien dan een paarsblauwe sluier over de bosbodem. Adembenemend mooi!

Breng een bezoekje aan het Neigembos 

Wil je zelf het Neigembos in al z’n pracht ontdekken? Kom snel langs! Je bent het hele jaar door van harte welkom. Maar de boshyacinten voeren hun acte de présence enkel uit in het voorjaar.