Fietsen langs kastelen

In Destelbergen lanceer je jezelf richting een koninklijk bestaan. Hoe dat kan? Wel, het vertrekpunt van de 49 kilometer lange Kastelen Fietsroute ligt daar aan Sporthal Bergenmeers. Die tocht is jouw afspraak met de geschiedenis, want hij leidt je langsheen verschillende mooie kastelen: het Kasteel van Laarne, dat van Beervelde én dat van Lochristi. 

Een tocht voor koningen en koninginnen

Het is moeilijk om je niét ridder of prinses te wanen wanneer je voorbij deze statige monumenten fietst. De meesterlijke gebouwen liggen te pronken op hun domein, omzoomd door fabuleuze tuinen die tot in de puntjes onderhouden zijn. 

Engelse en Franse tuinen, verfijnde buxushaagjes, lieflijke paadjes en uitbundige bomen flankeren paleizen waar je uren naar kan staren. Ook dit is Scheldeland, een regio van water en geschiedenis.

Langs dreven en parken

Op je pad peddel je meermaals langs sprookjesachtige dreven die je doen wegdromen naar heldhaftige tijden, vol ridders, graven en gravinnen.

Breng gerust je hofhouding mee, want er is niets leuker dan deze route te fietsen met je vrienden of familie. En moést je onderweg een prins, graaf, gravin of prinses aan de haak slaan, dan moeten die honderden kasteelkamers toch ook gevuld geraken, toch?

Op zoek naar verborgen parels

Het moet niet altijd het Gravensteen in Gent of het Steen in Antwerpen zijn. Ook elders in Vlaanderen vind je magistrale burchten en kastelen. Dat zal je snel genoeg merken, als je deze prachtige fietsroute goed en wel aangevat hebt.

Eerst gaat het richting het Kasteel van Beervelde. Maar daarvoor moet je eerst langs het Wit Kasteeltje én Rozelaar passeren. Drie kastelen voor de prijs van één: dat krijg je dan op deze route.

Magnifieke tuinen

Het kasteelpark in Beervelde is elk jaar tweemaal het decor voor magisch mooie tuindagen. Dit park werd ooit aangelegd door Charles de Kerckhove, burgemeester van Gent én supporter van de lokale sierteelt. Het was dan ook de bedoeling dat dit park een uithangbord voor de sector werd.

Toch was het zijn kleinzoon en huidig bewoner Graaf Renaud de Kerckhove de Denterghem die de tuinen openzwaaide voor het grote publiek. In één woord? Wondermooi!

Rakelings langs de Kalkense Meersen

Nu duik je de velden en weggetjes van Oost-Vlaanderen weer in, richting Laarne. Eerst vind je nog de Kalkense Meersen op je weg, een uitgestrekt natuurgebied waar je heerlijk kan wandelen. Een plek waar stilte, bomen, vogels en kleine dieren de plak zwaaien. Zeker een bezoekje waard – maar nu vervolgen we eerst even de tocht.

Het Kasteel van Laarne

In Laarne bots je meteen op het Kasteel van Laarne, een absoluut pronkstuk in deze lijst. Deze middeleeuwse waterburcht is een van Vlaanderens mooiste én best bewaarde kastelen. Het is ook toegankelijk voor het grote publiek. Ga dus binnenin eens kijken om de verzameling kunst, meubels en zilver te bewonderen. Let wel: check zeker eerst de bezoekerstijden!

Even de batterijen opladen

Zin in een verfrissende stop? Op de route kom je Café De Berre Linde tegen, een gezellig eeuwenoud cafeetje, gelegen aan de pittoreske Berlindekapel. Eetcafé ’t Steentje, iets verderop in het dorp is zeker een omweg waard. Hier kan je niet alleen smakelijk eten en drinken. Dit etablissement draagt ook de titel van Erkend Ambassadeur van La Trappe. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat deze trappist een prominente plek heeft op de kaart. 

Klaar voor de laatste etappe?

Als je batterijen weer zijn opgeladen, is het hoog tijd om weer de fiets op de springen. Na een fikse tocht naar het noorden, kom je terecht in Heusden. Langs de route duikt het ene monument na het andere op – soms geheimzinnig verscholen in het groen. De kastelen hier luisteren naar namen als Klaverken of Beukenhof, maar zijn tot op vandaag nog bewoond. Niet zomaar aanbellen, dus. Kijken mag, binnenwandelen niet.

Het laatste deel van je trip gaat opnieuw richting Destelbergen. Daar kan je even uitblazen in de lokale cafeetjes, of een heerlijke lunch bestellen in een van de verschillende restaurantjes in de buurt. Ah ja, want ook de adel moet eten, toch?